Doksaal of jubee
Doksaal of jubee in de kerk
Een doksaal (niet te verwarren met oksaal[1]) of jubee is een houten of stenen wand die in een kerk het schip scheidt van het priesterkoor. Het heeft dezelfde functie als een koorhek. De term doksaal is mogelijk afkomstig van het Latijnse woord voor rug: dorsa, klaarblijkelijk om hiermee de sluiting, de 'rug' van het koor aan te duiden. De term jubee, die uit het Frans komt, is ontleend aan "Jube, domine, benedicere" (Heer, wil mij zegenen) en geeft een belangrijke liturgische functie van het doksaal aan. Het is het verzoek van de diaken voordat deze zich voor het lezen van het evangelie naar de ambo[2] bij het doksaal begaf.
Het doksaal is tot aan de reformatie in de meeste kerken in het gebied ten noorden van de Alpen te vinden. Ten gevolge van de Katholieke Reformatie ontstaat het verlangen het hoogaltaar weer zichtbaar te maken voor de gelovigen. Vele oude doksalen worden verwijderd en uit de late gotiek zijn er slechts enkele bewaard gebleven.
Afbeelding links: de plaats van een doksaal in de kerk. Rechts ligt het westen, links het oosten. Het noorden ligt boven en het zuiden beneden. Afbeelding rechts: doksaal in de Mariakerk te Krewerd na verwijdering van het orgel. De ingreep vóór de restauratie van de Mariakerk. Foto's Krewerd: Henk van der Wal, maart 1969. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Beschrijving
Het doksaal is een (half) gesloten wand, met daarbovenop een tribune. Op die tribune is plaats voor een lezenaar en soms een orgel. Dikwijls is er een altaar onder de tribune geplaatst. Aan de schipzijde is er sprake van een overhuiving, waaronder ruimte is voor zijaltaren en een altaar ten behoeve van de leken, het zogenaamde Heilig Kruisaltaar. Dit altaar vindt in de late middeleeuwen in meerdere kerken een plek op het doksaal.
Aan de borstwering van het doksaal zijn vaak voorstellingen (panelen of schilderingen) aangebracht die te maken hebben met het lijden en sterven van Christus, of andere Bijbelse voorstellingen.
De scheiding tussen schip en koor heeft te maken met de sacralisering van het koor ten opzichte van het schip. Ook het koorhek heeft die functie; dat treft men met name ten zuiden van de Alpen aan.
Afbeelding links: Doksaal noordzijde in de Mariakerk van Krewerd vóór de restauratie.
Gebruik
Men vermoedt dat het dichte doksaal ook heeft gediend om de tocht tegen te houden voor de monniken en priesters die op alle uren van de dag in het koor in gebed zijn of de mis opdragen.
Gezien de veelal rijke uitvoering van het doksaal, met name in de gotische periode, dient het doksaal ook als belangrijk statussymbool van de kerkelijke gemeenschap.
In de mis wordt het doksaal in eerste instantie gebruikt om ofwel de lezing te zingen in de richting van de verzamelde gelovigen in het schip, ofwel in de richting van de monniken/priesters in het koor. Ook gebruikt men het doksaal voor belangrijke mededelingen en de bisschopswijding.
Foto links: doksaal zuidzijde vóór de restauratie in de Mariakerk van Krewerd.
Beeldenstorm en katholieke reformatie
In Engeland hebben de beeldenstormers hevig huisgehouden; daar verwijderen ze dikwijls de gehele tribune om te zorgen dat deze nooit meer gebruikt kan worden. Verder verwijdert men daar de afbeeldingen van het doksaal ('rood screen'). Omdat de Engelse doksalen vaak uit steen zijn opgetrokken, zijn ze niet in hun geheel stukgeslagen zoals dat in het protestantse Nederland met de houten doksalen vaak wel is gebeurt.
Toch verdwijnen in het katholieke gebied uiteindelijk meer doksalen dan in het protestantse gebied. Tijdens de Katholieke Reformatie (16e - 18e eeuw) ontstaat het verlangen om het hoogaltaar opnieuw goed zichtbaar te maken voor de gelovigen. Het doksaal staat hierbij in de weg en wordt veelal afgebroken. In de protestantse Nederlanden is een scheiding tussen het schip en het koor daarentegen vaak wel gewenst.
Als in de 19e eeuw de neogotiek in Nederland teruggrijpt op gebruiken uit de middeleeuwen, worden in een klein aantal katholieke kerken nieuwe doksalen aangebracht, onder andere door het St. Bernulphusgilde in de Sint-Catharinakathedraal in Utrecht.
Foto links: doksaal na restauratie in de Donatuskerk van Leermens, met links de preekstoel. Dit doksaal strekt zich hier dus niet uit van de noordmuur naar de zuidmuur. Auteur: Hardscharf, 21 juli 2016. Licentie: Creative Commons.
Bewaard gebleven doksalen
- Rhenen: doksaal Cunerakerk
- Amersfoort: doksaal Sint Joriskerk
- In Nederlandse kerken zijn doksalen een relatief zeldzaam verschijnsel:
- Van het doksaal van de Sint-Servaasbasiliek in Maastricht uit het laatste kwart van de 13e eeuw zijn slechts een 25-tal brokstukken bewaard gebleven. Het beeldhouwwerk is geïnspireerd door de Sint-Servaaslegende.
- In de Mariakerk van het Groningse Krewerd bevindt zich nog een gemetselde halfopen arcadedoksaal. Deze dateert vermoedelijk uit ongeveer 1300. Het bestaat uit een achterwand met middendoorgang aan de koorzijde en drie gepleisterde rondbogen aan de schipzijde. De middelste boog geeft via een dubbele deur toegang tot het koor. Onder de buitenste rondbogen hebben, naar mag worden aangenomen, zijaltaren gestaan. Op de galerij boven de rondbogen staat het orgel uit 1531.
- In de kerk van het Groningse Leermens is een deel van het 14e-eeuwse doksaal bewaard gebleven.
- In de Oude Minderbroederskerk in Maastricht bevindt zich een gotisch mergelstenen doksaal.
- In de kerk van het Klooster Ter Apel (provincie Groningen) staat een laatgotisch, 16e-eeuws zandstenen doksaal, dat tegelijk met de kerk is opgeleverd in 1501.
- In de kerk van het eveneens Groningse Holwierde staat een laatgotisch, 16e-eeuws houten doksaal.
- In de Grote of Bartholomeüskerk in Schoonhoven bevindt zich een houten doksaal met renaissance-snijwerk van omstreeks 1550 dat later is gewijzigd in herenbank.
- De Martinikerk van het Friese Oosterend beschikt over een renaissance-doksaal uit 1554.
- Ook het zandstenen doksaal in de Amersfoortse Sint-Joriskerk behoort tot de weinige intacte voorbeelden.
- Belangrijk is verder het doksaal in renaissancestijl van de Cunerakerk in Rhenen.
Foto rechts: Doksaal in de Mariakerk van Krewerd. De kerk is bekend vanwege haar gemetselde doksaal en oude orgel. Het orgel is het oudste van Groningen en het op een na oudste nog bespeelbare orgel van Nederland na het koororgel van Jan van Covelens uit 1511 in de Grote of Sint-Laurenskerk van Alkmaar. Rond 1300 kreeg de kerk een gemetseld halfopen doksaal met een arcade van drie gepleisterde bogen. De middelste boog bood toegang tot het koor, onder de beide andere bogen zal waarschijnlijk een zijaltaar hebben gestaan. De achterwand van het doksaal verrijst waarschijnlijk iets na 1300 en is met halfronde tongewelfjes verbonden met het doksaal. Iets na 1500 is het doksaal verlaagd (bijgehakt) om plaats te maken voor een orgel. De verlaging van het doksaal is onder andere te zien aan de middelste boog van het doksaal, die oorspronkelijk een zuivere rondboog is geweest, maar waarvan de kop is afgehakt voor de plaatsing van het orgel. Mogelijk omdat het orgel het zicht op het koor en het hoogaltaar grotendeels heeft genmomen, zijn in de tussenmuurtjes van het doksaal vensters aangebracht, zodat de kerkgangers toch nog enig zicht hierop kunnen houden. De functie van deze vensters is echter onzeker en mogelijk dateren ze dan ook van voor de verbouwing van het doksaal. Volgens Kroesen zijn dit squints zijn.(hagioscoop of een laag venster). Het is het enige gemetselde doksaal van Nederland dat gespaard gebleven is (Bron: Mariakerk Krewerd op Wikipedia). Auteur foto doksaal: Hardscarf, 4 augustus 2016. Licentie: Creatieve Commons.
In al deze gevallen is de kerk na de reformatie protestants geworden, waardoor het koor zijn functie verloor. Slechts weinig kerken met doksalen keren in de 19e eeuw terug in katholieke handen of zijn steeds katholiek gebleven. In enkele gevallen krijgt het doksaal als orgeltribune een nieuwe plek in de kerk, o.a. in Boxmeer en Houthem-St. Gerlach. Het grote barokke doksaal van de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch is verkocht aan het Victoria and Albert Museum in Londen. In het Rijksmuseum in Amsterdam bevindt zich een doksaal dat is verkocht door de armlastige hervormde kerk van Helvoirt. De Sint-Plechelmusbasiliek te Oldenzaal, een van de oudste kapittelkerken van het bisdom Utrecht en tussen 1632 en 1810 in protestantse handen, heeft eerder een 15e-eeuwse stenen doksaal gehad, welke echter in 1810 is afgebroken. In dat jaar krijgt de katholieke gemeenschap van Oldenzaal, na een besluit van koning Lodewijk Napoleon, de oude kerk weer in bezit en men beschouwt het oude doksaal letterlijk als een sta-in-de-weg.
Foto boven: Oksaal oostzijde, gezien vanuit het koor, in de kerk van Holwierde. Rijksmonument nr. 9474, foto: Chris Booms, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creatieve Commons. Het betreft hier een uniek houten doksaal.
Foto boven: Het interieur van de kerk in het klooster Ter Apel gezien naar het westen met het oudste doksaal in de provincie Groningen uit 1501.
Rijksmonument nr. 37457; auteur: onbekend. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International license.
Noten:
1. Het oksaal, ook wel orgeltribune, orgelgalerij of zangkoor genoemd, is een balkon aan de westzijde of achterzijde van het schip van een kerk. Een oksaal biedt ruimte aan het zangkoor en het grote kerkorgel. Oorspronkelijk was het woord "oksaal" synoniem met "doksaal", de afscheiding tussen het priesterkoor en het middenschip waarop zich meestal ook een orgelbalkon bevond. Later heeft de term, vooral in de katholieke parochies na de tijd van de Reformatie, een betekenisverandering ondergaan tot synoniem van orgelbalkon of -galerij.
2. Ambo. Een ambo is een benaming voor een kleine stenen preekstoel in oudchristelijke basilieken. Vaak zijn er twee ambo's aan de uiteinden van de afsluiting van het koor en het schip van de kerk geweest. Zij zijn bestemd voor de lezing van het epistel en het evangelie. Onder invloed van de vernieuwing van de liturgie sinds het Tweede Vaticaans Concilie is de ambo weer in gebruik geraakt. Net als in de vroegchristelijke tijden worden tijdens de Dienst van het Woord de eerste lezing, de antwoordpsalm, het alleluiavers en het evangelie vanaf de ambo gelezen of gezongen. Ook de homilie en de voorbede gebeuren aan de ambo. De homilie (van het Grieks homilia, 'conversatie') is vergelijkbaar met een preek, en is oorspronkelijk een informeel onderricht van de kerkvaders geweest, een 'nadere verklaring': bijvoorbeeld de Homilie over de Opstanding van de Heer van de Heilige Johannes Chrysostomus. De leer van de predikkunst, zoals het doordenken, maken en geven van een preek of homilie heet homiletiek. In het protestantisme wordt geen scherp onderscheid tussen homilie en preek gemaakt, in de Rooms-Katholieke Kerk wel.
Hoofdbron tekst:
Bij het maken van dit artikel is grotendeels gebruik gemaakt van Wikipedia, Doksaal. Licentie: Creative Commons.
Het betreft een gedeelte van het artikel, waarvan een bewerkte versie is gemaakt.